Samen met fotograaf en landschapsarchitect Jeroen Bosch ben ik aan een nieuw boekproject begonnen. In de komende twee jaar zullen wij geregeld het Zuid-Limburgse Heuvelland bezoeken om in het voetspoor te treden van onderwijzer en natuurbeschermer Eli Heimans (1861-1914).

Bij zijn eerste bezoek, in 1898, aan Zuid-Limburg vond Heimans bij Epen een fossiele schelp van een zeedier (een Brachiopode) in een Onder-Carboonlaag, waarin tot dan toe slechts sporen van landplanten waren aangetroffen. Deze vondst zou leiden tot nauwkeurig onderzoek door vakgeologen, waarna een juistere indeling van het Onder-Carboon kon worden vastgesteld. In de jaren daarna bleef Heimans het Geuldal bij Epen geregeld bezoeken. Zijn in 1911 verschenen boek Uit ons krijtland wordt in wetenschappelijk opzicht als het belangrijkste en waardevolste werk van Heimans beschouwd en als een nog altijd onovertroffen voorbeeld van een natuurhistorische streekbeschrijving. Hoe zal dit gebied er over zeven jaar uitzien?, vroeg Heimans zich af. En over zeven keer zeven jaar, en over honderd jaar?

Voor Terug naar ons krijtland (werktitel) wil ik op pad gaan met diverse deskundigen. Daarbij probeer ik Heimans’ bewondering en fascinatie voor het gebied te doorgronden. Ook kijk ik terug op zijn spectaculaire vondst en de betekenis daarvan voor het geologisch vakgebied van destijds. Daarnaast wil ik de vraag beantwoorden in hoeverre het gebied – het landschap, de flora en fauna, de buurtschappen, het Geuldal en de zijbeken – in de afgelopen eeuw onaangetast is gebleven. Uiteraard zal er veelvuldig geciteerd worden uit Uit ons krijtland.