Achterom kijken – Column ‘Aardse zaken’ voor BewustzijnOnline, december 2017

Het is fijn om de paden die je in het leven bent gegaan af en toe nog eens langs te lopen en in gedachten stil te staan bij ontmoetingen die een grote indruk op je hebben gemaakt. Zo moet ik, altijd als ik langs landgoed De Horst in Driebergen rijd, denken aan mijn ontmoeting met Harry Starren, destijds directeur van managementcentrum De Baak. We spraken elkaar een jaar of tien geleden over het thema verlangen en hoe dat de drijfveer voor ons handelen vormt. Halverwege het gesprek stond hij op om iets te laten zien. We liepen naar het geasfalteerde pad dat het landgoed doorkruist. In plaats van recht in het midden, slingerde een doorgetrokken witte lijn grillig over de weg. ‘Dit is waar verlangen over gaat’, legde Starren uit. ‘Je komt binnen op een rechte weg, maar al kort daarna is er de verleiding van het pad af te raken.’ Inderdaad laten bezoekers die landgoed De Horst oprijden zich in eerste instantie ertoe verleiden om de slinger in de weg te volgen. Tot ze de consequenties onder ogen krijgen. Wie zich al te zeer door het verlangen van het slingerende pad laat leiden, loopt het risico tegen een boom te rijden. ‘Verlangen moet je durven’, zei Harry Starren. Zelf kent hij ook het verlangen om te verdwalen en nergens heen te hoeven. Maar tegelijkertijd wil hij wel attent en alert blijven. Tegenwoordig zit hij naast zijn schrijver- en docentschap de Federatie Dutch Creative Industries voor. Naarmate hij ouder wordt, durft hij steeds meer aan zijn verlangens toe te geven. Dat heeft naar zijn idee allemaal te maken met zelfacceptatie. Volgens Starren is het de ironie van het bestaan dat wij steeds maar weer op zoek gaan. Je zoekt het buiten je, terwijl het bij je is. ‘Maar straf jezelf niet,’ waarschuwde hij me destijds, ‘want de mens ís nu eenmaal zijn verlangen. Je bent op weg.’

Anders maar vergelijkbaar houdt het verlangen de kunstschilder Ton Schulten in beweging. In zijn kleurrijke landschappen spelen paden vaak een voorname rol. Het zijn de wegen door het Twentse landschap zoals hij ze van kinds af aan heeft gekend. Zandpaden waarover ‘s zondags kerkgangers naar het stadje Ootmarsum trokken. ‘In Twente zijn nog veel van deze landwegen overgebleven’, vertelt hij me als ik hem na een paar jaar opnieuw spreek en naar zijn inspiratie vraag. ‘Maar als ik ze schilder worden het kleurrijke vlakjes door het landschap dat ik droom.’ Veel mensen ervaren troost in Schultens landschappen. Misschien wel door de kleurvlakken die naast elkaar staan, maar vaak ook ineenvloeien. Het pad wordt gezien als de weg over de horizon, met daarin de hoop dat die je iets goeds zal brengen. Het is voor Schulten de lange weg die we allemaal hebben te gaan. ‘Het gaat vooral om de sporen die we op zo’n zandpad achterlaten’, zegt hij met de overtuiging van iemand die weet hoe mul het zand kan zijn. ‘Daar moeten anderen ook weer doorheen kunnen.’ Waar hij ter wereld ook schilderde, altijd keerde Ton Schulten terug naar zijn roots. In Twente ligt zijn leven. Hij houdt er van de eenvoud en de degelijkheid van het landschap. De glooiingen geven hem zoveel inspiratie en adem, dat hij er zijn leven lang mee verder kan. Aan hoge bergen zegt hij geen behoefte te hebben. ‘Als er maar een horizon is, waar je overheen kunt wandelen.’

Een slingerpad door een glooiend landschap is voor mij de ultieme metafoor voor het op weg zijn. Alleen als je vooruit kijkt kom je verder. Toch geef ik mij graag over aan het verlangen om achterom te kijken.

Tags:

Comments are closed.

Twitter
LinkedIn