‘Ik ben de blauwbilgorgel’. Biografie van Buddingh’s oergorgelrijm, Azul Press, 2017

C. Buddingh’ (1918-1985) schreef in 1942, in sanatorium Zonnegloren in Soest, het gedicht ‘De blauwbilgorgel’. Het was het eerste van een reeks nonsensverzen over imaginaire dieren, die in 1953 gebundeld werden als Gorgelrijmen, en die in de jaren daarna een grote populariteit verwierven. ‘De bozbezbozzel’, ‘De jenk’, ‘De mastodonderkop’ en ‘De zwalm’ en zo’n zeventig andere verzen wisten door de jaren heen ook anderen te inspireren en resulteerden in tientallen muzikale bewerkingen en verbeeldingen.

In 1984 kwam Buddingh’ in contact met de Utrechtse schilder-graficus Hans van Dokkum, die al enige tijd enthousiast bezig bleek te zijn litho’s bij de oude gorgelrijmen te maken. Buddingh’ werd dusdanig door zijn geestdrift aangestoken dat, tot zijn eigen verbazing, plotseling het ene na het andere nieuwe gorgeldier, van ‘De breddeveel’ tot ‘De wems’, zich bij hem aandiende met het dringende verzoek ook op rijm te worden gezet. Een jaar later verscheen de bundel Nieuwe gorgelrijmen.

Bij het 75-jarig bestaan van ‘De blauwbilgorgel’, wordt aan de biografie van het oergorgelrijm weer een nieuw hoofdstuk toegevoegd.

Verschenen in oktober 2017 bij de opening van de Blauwbilgorgel-tentoonstelling in Museum Soest.

Tags: ,

Comments are closed.

Twitter
LinkedIn